Vaccinaties

Vaccins worden in het lichaam van de kat geïnjecteerd onder de huid of in een spier . Deze vaccins bestaan uit diverse virussen en andere ingrediënten ( uitzonderingen Rabiës, corona en bordetella vaccins ). Het proces van het inspuiten van deze virussen in ÉÉN KEER in het lichaam komt NIET overeen met hoe het in de natuur gebeurt. In de natuur zullen deze ziekten NOOIT in een keer tegelijk toeslaan.

Wanneer men ze inspuit komen deze virussen via de kleine bloedvaten, daarna de grotere uiteindelijk in de lymfeknopen terecht waar ze gefilterd worden.

In de natuur zouden deze virussen via de neus en mond bij de kat binnen komen waardoor het humorale immuunsysteem geactiveerd wordt, deze produceert krachtige immunoglobulinen en deze treden op als eerste defensie. Bij inspuiten wordt deze voornaamste defensie overgeslagen en komen virussen direct in het cellulaire immuunsysteem, het gedeelte dat antilichamen produceert. Door het overslaan van het eerste deel zorgt dit voor een enorme druk van het systeem.

Hierbij hebben we het nog niet gehad over het verschil in gebruik tussen levend en dood virus. Dood virus materiaal vermenigvuldigt zich NIET, het maakt het dier ook NIET echt ziek !

Levend verzwakt virus vermenigvuldigt zich een tijdje in het lichaam. De reactie op deze vaccinatie zal dan ook vele malen heftiger zijn en de katten scheiden ook echt virus materiaal uit. Katten hiermee gevaccineerd kunnen dus niet gevaccineerde katten of kittens besmetten en ziek maken. Het niesziekte virus kan na vaccinatie slapend aanwezig blijven in de kat en soms muteren in een niet slapende vorm.

Wanneer we nu kijken naar het verschil tussen de natuurlijke wijze van antistoffen opbouw en de opbouw door middel van inspuiten, waarbij we dan ook nog eens levend virus gebruiken, is het dan niet logisch dat deze vaccinatie een veel te sterke reactie kan uitlokken?

Vooral bij een exoot zoals de serval en of een hybride soort zoals de Savannah, tenslotte staan deze katten nog heel dicht bij de natuur. Dan lees ik ook vaker dat sommige katten rassen gevoeliger zijn voor het vaccineren met levend virus. Helaas is er dan weer nergens te vinden welke rassen dit zouden zijn. De Savannah is een nog jong ras en zoals bekend ontstaan uit een serval en andere ras of niet raskat. Tijdens de ontwikkeling van het ras zijn heel veel verschillende rassen gebruikt, het is dan ook niet onvoorstelbaar dat dit een mede oorzaak zou kunnen zijn waardoor ook de Savannah voor deze vaccinatie gevoeliger is.

Wanneer je je dan bedenkt dat wanneer wij mensen een bepaalde vaccinatie moeten hebben er altijd gevraagd wordt of we naar ons weten gevoelig zijn voor bepaalde stoffen of ent reacties ? En zo ja wordt deze vaccinatie meestal achterwege gelaten. Dit is in onze dieren pas duidelijk na de enting, maar toch worden ze dan opnieuw gevaccineerd.

Een kitten krijgt bescherming via de moeder, dit zou maar voor enkele weken zijn, vreemd want eenmaal aanwezige afweerstoffen blijven ook aanwezig. Wilde katten worden nooit gevaccineerd maar voor zover we weten ook zelden ziek. Wel is het natuurlijk mogelijk dat dit in sommige gevallen niet voldoende is om diverse redenen.

Een daarvan is dat bv. een serval kitten in gevangenschap gefokt vaak maar korte tijd bij de moeder verblijft en daardoor een aantal antistoffen mist welke ze anders via de moedermelk zouden krijgen. Aangezien we wel zullen blijven vaccineren, ook al doordat dit ons door de overheid opgelegd wordt, laten we dit dan doen met dood virus.

Waarom zijn wilde katten eigenlijk nooit ziek en onze huiskat wel? Laten we eens kijken naar dit voedingspatroon. Een wilde kat heeft geen beschikking tot kant en klare brokken of blikvoer, maar eten rauwe vleesvoeding met bot ( prooi ).

Deze hebben een heel lage maagzuur waarde PH-1 zuur tot extreem zuur vergelijkbaar met zoutzuur, zoals het hoort te zijn bij roofdieren. In dit zuur worden schadelijke bacteriën direct gedood, ze kunnen niet overleven in dit zuur en de kat dus ook niet ziek maken. Door het eten van prooidieren heeft de kat ook een uitstekende darmflora.

Voorbeeld, mensen reageren vaak angstig bij het idee van rauwe kip voeren met het oog op salmonella bacterie. Maar juist door rauw eten heeft deze bacterie geen invloed op de kat. Anders is dit bij de brokjes etende huiskat. Deze brokken zijn 100% steriel en verzwakken zo ook nog eens het immuunsysteem. Door het eten van brokken schiet de maagzuur waarde omhoog naar een waarde van PH-6 dit is waterig bijna neutraal. Hierin kunnen ziektemakers wel overleven en de kat ziek maken.

Zelf heb ik meerdere katten, de “wilde” serval en hybride Savannah. Ik probeer ze zoveel mogelijk rauw voer te geven maar een deel van de Savannahs eten daarnaast toch ook graag ander voer en een enkeling eet helemaal geen rauw.. De Servals eten alleen rauw vlees en af en toe vis. Het is duidelijk merkbaar dat de Servals een veel sterkere constante gezondheid hebben dan de Savannah. Iedere kat heeft wel eens iets onder de leden, ook wij mensen krijgen wel de griep ook al hebben we een griepvaccinatie gekregen, bij katten is dat niet anders, de Servals hebben nergens last van. De enige problemen die ik ooit bij de serval gehad heb is toen ze nog heel jong waren en alleen op kunstmelk leefden. Toen was er wel eens een aan de diarree. Zodra ze volledig aan het rauwvoer waren is er geen ooit ziek geweest. Ieder kitten wat hier geboren wordt , wordt nu afgespeent met rauw voer.

Jaarlijkse her vaccinaties.

Wanneer een jaarlijkse booster vaccinatie met een gemodificeerd levend virusvaccin aan een al eerder gevaccineerd volwassen dier wordt gegeven, leidt dit niet tot aanvullende bescherming. Levende virus vaccinaties zijn afhankelijk van voortplanting door celdeling ( replicatie ) van het virus voor een reactie. De antistoffen van eerder gegeven vaccinaties laten het nieuw gegeven virus niet repliceren. Er wordt dus geen aanvullende bescherming gegeven.

In het kort de jaarlijkse herhalingsvaccinatie wordt dus uitgeschakeld door de al door de eerdere enting opgebouwde antistoffen. Na de kitten enting is de kat in principe beschermd voor het leven.

Titer test

Een titerbepaling kan een alternatief zijn voor de jaarlijkse of 3 jaarlijkse vaccinatie van de kat. Een titerbepaling is een bloedtest waarmee kan worden aangetoond of de kat ( nog ) voldoende bescherming heeft tegen bepaalde ziekten. Hier in Nederland wordt de titerbepaling meestal afgenomen door de dierenarts door middel van de VaccICheck. Het is een klein onderzoek, 1 bloeddruppel is al voldoende.

Vaccinaties zijn beslist niet ongevaarlijk, naast het virus zitten er meerdere bestanddelen in die zelfs kankerverwekkend kunnen zijn.  In Amerika vaccineren veel dierenartsen in de staart. Waarom? Zodat ze de mogelijkheid hebben tot amputeren in geval van kanker op de plaats van vaccineren. Waarom zou je je kat ieder jaar opnieuw aan dit gevaar blootstellen.

Ik heb over het vaccineren met levend of dood virus ook contact gehad met Dr. Med.vet Christine Kaandorp- Huber. Ook zij geeft aan uitsluitend te werken met het dode virus bij de roofdieren en exoten vanwege het hogere risico van levend virus.
Dierenarts Dr.med.vet. Christine Kaandorp-Huber is sinds 2005 de dierenarts van GaiaZOO in Kerkrade, Zuid Limburg.

Ze heeft van haar hobby haar beroep gemaakt en zich op de behandeling van wilde dieren toegelegd. Christine Kaandorp werkt naast dierentuinen voor particuliere eigenaren van wilde / exotische dieren en parkdieren.

Gedurende 4 jaren was ze ook werkzaam als dierenarts van Dierenrijk te Mierlo. Als haar man en dierenarts van het Safaripark Beekse Bergen (Drs. Sjaak Kaandorp) in het buitenland is neemt ze zijn werkzaamheden in het Safaripark over.

Dr.med.vet. Christine Kaandorp-Huber
Prof. Dondersstr. 29
5017 HG Tilburg
The Netherlands
Tel: 06-30630994
Fax: +31-13-5431250

Hieronder een samenvatting van het artikel van Catherine O’Driscoll.

Het Merck Manual maant tot voorzichtigheid. Dit handboek wordt uitgegeven door een gigantische producent van vaccins, genaamd Merck, en is de bijbel van de artsen. Onder immunisatie bij kinderen verklaart Merck dat patiënten met B en/of T cel immunodeficiëntie, of afkomstig uit families met B en/of T cel immunodeficiëntie, geen levende virus vaccins mogen ontvangen in verband met fatale risico’s (dood). Merck beschrijft verschijnselen van B en T cel immunodeficiëntie zoals ademhalingsallergieën, voedselallergieën, eczeem, huidaandoeningen, neurologische beschadigingen en hartaandoeningen. Is dit van toepassing op één van uw honden of katten?

Kinderen toevertrouwd aan de zorg van goede artsen en verpleegsters vragen hun ouders of één van de bovenomschreven aandoeningen in de familie aanwezig zijn, en zo ja, dan ziet men af van het toedienen van levende virusvaccins (wat wij onze honden/katten geven). U kunt zich dus niet afsluiten voor het feit dat u uw hond of kat (die ook B en T cellen hebben) kunt vermoorden wanneer uw hond/kat of de lijn waaruit hij voortkomt aan één van bovengenoemde aandoeningen lijdt en u hem levende virusvaccins toedient of laat toedienen. Het is daarom logisch om het risico van vaccinatie zoveel mogelijk te vermijden en niet meer te vaccineren dan strikt noodzakelijk is.

Vaccins zijn echter niet alleen dodelijk. Ik heb veel studies gevonden die vaccins in verband brengen met zeer uiteenlopende ziekten.
Bindvliesontsteking: in 1983 werd onderzoek verricht door Frick en Brooks, waarbij twee groepen honden met aanleg voor huidontsteking. Eén groep honden werd blootgesteld aan een allergeen (stuifmeel) en toen gevaccineerd. Zij kregen geen huidontsteking. De tweede groep werd gevaccineerd alvorens aan het stuifmeel te worden blootgesteld. Deze groep kreeg wel huidontsteking, en ook bindvliesontsteking. Deze studie toont derhalve aan dat vaccins overgevoeligheid veroorzaken en tot een allergische aandoening leiden, waarvan bindvliesontsteking en huidontsteking symptomen zijn.

Dit verklaart hoe het komt dat het onderzoek naar vaccins, uitgevoerd door Canine Health Concerns (CHC’s), waarbij meer dan vierduizend honden waren betrokken, wel moest uitwijzen dat 56,9% van alle honden in het onderzoek met bindvliesontsteking deze aandoening voor het eerst kregen binnen drie maanden na een vaccinatie, en 61,2% van de honden met huidproblemen kregen voor het eerst symptomen daarvan binnen dit cruciale tijdsbestek. Wij gaan ervan uit dat wanneer het vaccin niet in verband kan worden gebracht met ziekten die na de vaccinatie optreden, dan moet slechts 25% van alle ziekten beginnen binnen elk kwartaal van het jaar. Nota bene: in het algemeen traden de meeste aandoeningen op binnen een week na de vaccinatie.

Maag-darmproblemen: ik weet zeker dat u op de hoogte bent van de controverse rond gemodificeerd levend virusvaccin en de bewering van wetenschappers uit Groot-Brittannië en de Verenigde Staten dat het vaccin de veroorzaker is van het spastische darm-syndroom of de ziekte van Crohn. Mijn eigen onderzoek toont aan dat ontstekingen van het maag-darmkanaal een bijverschijnsel van het vaccineren is, en niet van een specifiek vaccin, hoewel de praktijk van het vaccineren van meerdere virussen tegelijk daarmee verband kan houden. Uit ons onderzoek bleek dat 2,7% van alle bij het onderzoek betrokken honden dikkedarmontsteking had, die in 56,9% van de gevallen optrad binnen drie maanden na de vaccinatie.

In het Concise Oxford Veterinary Dictionary staat dat Type I overgevoeligheidsreacties worden veroorzaakt door een antigeen reagerend met weefsel masT cellen, met specifieke antistoffen op hun membranen. Hierdoor komen stoffen vrij die ontstekingen veroorzaken. De verschijnselen van Type I overgevoeligheid variëren van soort tot soort, maar kunnen gepaard gaan met verstopping van de luchtwegen, diarree, overgeven, kwijlen, buikpijn en blauwzucht. (Het woord ‘ontsteking’ staat centraal in het debat over vaccins.)

In een verhandeling voorbereid door R Brooks van de Commonwealth Serum Laboratories Limited voor de Australian Veterinary Journal (oktober 1991), getiteld ‘Adverse reactions to canine en feline vaccins’, worden reacties van het systeem op vaccins omschreven.

Onder Type I overgevoeligheid blijkt uit de verhandeling dat aanvankelijke rusteloosheid, overgeven, diarree en kortademigheid tot de klinische verschijnselen bij honden behoren. Brooks schrijft dat sommige gevallen tot bewusteloosheid en de dood leiden.

Als een vooraanstaand werk op het gebied van inflammatoire (allergische) reacties op de vaccinatie wordt het onderzoek beschouwd dat werd verricht door Dr Larry Glickman en Dr Harm HogenEsch van de Purdue University, hoewel er ruime keuze is in andere onderzoeksresultaten. Hun verhandeling werd gepresenteerd op de International Veterinary Vaccines en Diagnostics Conference, in 1997.

Het team bestudeerde de effecten van regelmatige vaccinatie op het immuunsysteem en maag-darmsysteem van Beagles. Eén controlegroep werd niet gevaccineerd en de andere groep werd gevaccineerd met een commerciële cocktail op leeftijd van 8, 10, 12, 16 en 20 weken en met een rabiësvaccin op leeftijd van 16 weken.

De gevaccineerde groep ontwikkelde betekenisvolle niveaus van auto antistoffen van fibronectine, laminime, DNA, albumine, Cytochrome C, transferrine, cardiolipine, en collageen. Dit duidt erop dat honden, wanneer zij gevaccineerd zijn, hun eigen biochemisch systeem beginnen aan te vallen: zij worden allergisch voor zichzelf. Dr William R La Rosa van de Hayward Foundation, die sponsor was van het onderzoek, merkte op: “… de overweging moet zijn dat iets in het vaccin één van de oorzaken is (bij de genetisch gevoelige hond) van ziekten als hartstoornissen, huidaandoeningen, nierontsteking, etc.”

Eén conclusie van het CHC onderzoek was bijvoorbeeld dat 53,7% van de honden met nierbeschadigingen deze aandoening voor het eerst kregen binnen de drie maanden na vaccinatie. Dat is nauwelijks verrassend wanneer men naar de studie van Purdue kijkt, want één van de biochemische stoffen die na de vaccinatie worden aangetast is laminine, en laminine beschermt de niercellen.

Ook blijkt uit een onderzoek van dierenarts Ilse Pedler dat auto-antistoffen op collageen een verklaring kunnen geven voor de toestand van de gewrichten van honden en katten. Bestanddelen van vaccins zijn ook gevonden in het beenderstelsel van patiënten met artritis, en andere studies tonen aan dat vaccins artritis veroorzaken.

Het is tevens verontrustend dat de studie van Purdue aantoont dat gevaccineerde honden auto antistoffen op hun eigen DNA aanmaken, hetgeen erop wijst dat vaccins genetische schade veroorzaken, en we moeten ons afvragen wat voor zin het heeft om wetenschappelijk onderzoek te verrichten naar genetische aandoeningen van onze honden, wanneer we voortdurend bezig zijn met het introduceren van nieuw aandoeningen tengevolge van vaccins.

Veel gedragsproblemen konden na vaccinatie worden aangetoond door Ilse Pedler, maar ook in het CHC onderzoek kwam dit naar voren. In de CHC onderzoek ontwikkelden 73,1% van de honden met concentratieproblemen deze toestand voor het eerst tijdens de cruciale periode na de vaccinatie; 72,5% vertoonde kenmerken van nervositeit en overbezorgdheid en 64,9% begon gedragsproblemen te ontwikkelen.

Het is bekend dat hersenvliesontsteking het gevolg kan zijn van vaccinatie. In het Merck Manual leest men bijvoorbeeld: “Bij acute verspreide ontsteking van hersenen en ruggenmerg (postinfectueuze encephalitis) kan demyelinisatie spontaan optreden, maar is doorgaans het gevolg van een virale infectie of vaccinatie (of zeer zelden een bacterieel vaccin), hetgeen een immunologische oorzaak veronderstelt.” Dit duidt op een verband tussen encephalitis en gedragsproblemen, zowel bij mensen als bij dieren.

Het is interessant dat Ilse Pedler het in het onderzoek van haar praktijkgegevens ook heeft over pijn aan de wervels, omdat Merck verklaart dat encephalitis zich ook verspreid naar het ruggenmerg.

Ilse Pedler stelde tevens vast dat dieren na de vaccinatie epilepsie ontwikkelden. Dit komt inderdaad overeen met ons eigen onderzoek, waaruit bleek dat 73,1% van honden met epilepsie deze ziekte binnen drie maanden na de vaccinatie kregen. Merck omschrijft epilepsie als een symptoom van encephalitis. Ik vraag mij af hoeveel dierenartsen eraan denken om het verschijnsel epilepsie na vaccinatie te melden aan de VMD. Bij mensen is schadevergoeding betaald aan ouders wier kinderen epilepsie te hebben gekregen ten gevolge van vaccinatie, hetgeen verdrietig genoeg door autopsie moest worden bevestigd.

Desondanks heeft Intervet op openbare bijeenkomsten en in de media beweerd dat epilepsie niet door vaccins kan worden ontwikkeld. Daarentegen beschrijft Merck epilepsie als een symptoom van encephalitis, en vaccins als een oorzaak van encephalitis.

Ilse Pedler ontdekte ook een aantal bijverschijnselen van injecties bij honden, en zelfs nog meer bij katten, hetgeen wordt bevestigd door het hoge aantal gevallen van kanker op plaatsen waar katten worden geïnjecteerd: tienduizenden per jaar. In een eerder verschenen nieuwsbrief van CHC hebben wij een gespreksverslag gepubliceerd van een presentatie van een Amerikaanse dierenarts op een BSAVA conferentie, waarin hij verklaarde dat Amerikaanse dierenartsen katten vaccineren in de staart of een poot, zodat ze het lichaamsdeel kunnen amputeren wanneer kanker optreedt.

81,1% van de honden met een tumor of groeistoornis op de plaats van inenting ontwikkelde deze aandoening binnen drie maanden na de vaccinatie, zo blijkt uit het CHC onderzoek.
Ilse Pedler maakte ook melding van bewusteloosheid, en ernstige shock geldt als een bekende mogelijke reactie op vaccinatie. Een ernstige shock kan de dood tot gevolg hebben, tenzij onmiddellijk adrenaline wordt toegediend.

Dit zijn slechts enkele van de onderzoeken die vaccins in verband brengen met levensveranderende en levensbedreigende aandoeningen. Dr Jean Dodds, een Amerikaanse dierenarts en onderzoeker, heeft ook een aantal wetenschappelijke verhandelingen geschreven om de samenhang tussen gemodificeerd levend virusvaccin en een toename van immuunsysteem- en bloedgerelateerde ziekten als kanker, leukemie, storingen in het immuunsysteem, bloedarmoede, schildklieraandoeningen en de ziekte van Addison te illustreren.

men heeft het in bovenstaande vooral over honden maar voor katten geldt het zelfde.

In onze begin jaren als fokker hebben ook wij op advies van de dierenarts met levend virus gevaccineerd. Het betrof toen nog bengaal kittens. Toen en nu zijn de meeste Bengalen van een generatie waar de F niet eens meer genoemd wordt. Toch bleken ook deze  katten heel veel last te hebben van entreacties. Bij ons was de meest voorkomende het Celine limping syndroom, enkele dagen na de vaccinatie kreeg het kitten pijn en ging mank lopen, gelukkig ging dit na een aantal dagen weer over. Ook heel vervelend kregen kittens dus inderdaad de reactie waar je ze juist tegen vaccineerde, niezen, ontstoken ogen en snotneuzen. Ook waren ze duidelijk de eerste dagen niet fit en lusteloos, soms met diarree. Daar komt nog bij dat kittens meestal vrij snel na de vaccinatie verhuizen naar hun nieuwe eigenaar. Dit geeft altijd enige mate van stress waardoor het virus opnieuw actief kan worden. Hetgeen dan ook vaker gebeurde. Wij zijn toen al heel snel over gegaan naar dood virus. Er was een periode in 2014 dat het dood virus niet leverbaar was, uit nood

Vaccinatie risico en werking (medisch onderzocht)

Vaccins worden in het lichaam van de kat geïnjecteerd onder de huid of in een spier . Deze vaccins bestaan uit diverse virussen en andere ingrediënten ( uitzonderingen Rabiës, corona en bordetella vaccins ).

Het proces van het inspuiten van deze virussen in ÉÉN KEER in het lichaam komt NIET overeen met hoe het in de natuur gebeurt. In de natuur zullen deze ziekten NOOIT in een keer tegelijk toeslaan.

Wanneer men ze inspuit komen deze virussen via de kleine bloedvaten, daarna de grotere uiteindelijk in de lymf knopen terecht waar ze gefilterd worden.

In de natuur zouden deze virussen via de neus en mond bij de kat binnen komen waardoor het humorale immuunsysteem geactiveerd wordt, deze produceert krachtige immunoglobulinen en deze treden op als eerste defensie. Bij inspuiten wordt deze voornaamste defensie overgeslagen en komen virussen direct in het cellulaire immuunsysteem, het gedeelte dat antilichamen produceert.

Door het overslaan van het eerste deel zorgt dit voor een enorme druk van het systeem.

Hierbij hebben we het nog niet gehad over het verschil in gebruik tussen levend en dood virus.

  • Dood virus materiaal vermenigvuldigt zich NIET, het maakt het dier ook NIET echt ziek !
  • Levend verzwakt virus vermenigvuldigt zich een tijdje in het lichaam.
  • De reactie op deze vaccinatie zal dan ook vele maken heftiger zijn en de katten scheiden ook echt virus materiaal uit.
  • Katten hiermee gevaccineerd kunnen dus ongevaccineerde katten of kittens besmetten en ziek maken.
  • Het niesziekte virus kan na vaccinatie slapend aanwezig blijven in de kat en soms muteren in een niet slapende vorm.

Wanneer we nu kijken naar het verschil tussen de natuurlijke wijze van antistoffen opbouw en de opbouw door middel van inspuiten, waarbij we dan ook nog eens levend virus gebruiken, is het dan niet logisch dat deze vaccinatie een veel te sterke reactie kan uitlokken? Vooral bij een exoot zoals de serval en of een hybride soort zoals de Savannah, tenslotte staan deze katten nog heel dicht bij de natuur.

Dan lees ik ook vaker dat sommige katten rassen gevoeliger zijn voor het vaccineren met levend virus. Helaas is er dan weer nergens te vinden welke rassen dit zouden zijn. De Savannah is een nog jong ras en zoals bekend ontstaan uit een serval en andere ras of niet raskat

Tijdens de ontwikkeling van het ras zijn heel veel verschillende rassen gebruikt, het is dan ook niet onvoorstelbaar dat dit een mede oorzaak zou kunnen zijn waardoor ook de Savannah voor deze vaccinatie gevoeliger is.

Wanneer je je dan bedenkt dat wanneer wij mensen een bepaalde vaccinatie moeten hebben er altijd gevraagd wordt of we naar ons weten gevoelig zijn voor bepaalde stoffen of entreacties ? En zo ja, wordt deze vaccinatie meestal achterwege gelaten. Dit is in onze dieren pas duidelijk na de enting, maar toch worden ze dan opnieuw gevaccineerd.

Een kitten krijgt bescherming via de moeder, dit zou maar voor enkele weken zijn, vreemd want eenmaal aanwezige afweerstoffen blijven ook aanwezig. Wilde katten worden nooit gevaccineerd maar voor zo ver we weten ook zelden ziek. Wel is het natuurlijk mogelijk dat dit in sommige gevallen niet voldoende is om diverse redenen. Een daarvan is dat b,v een serval kitten in gevangenschap gefokt vaak maar korte tijd bij de moeder verblijft en daardoor een aantal antistoffen mist welke ze anders via de moedermelk zouden krijgen. Aangezien we wel zullen blijven vaccineren, ook al doordat dit ons door de overheid opgelegd wordt, laten we dit dan doen met dood virus.

Waarom zijn wilde katten eigenlijk nooit ziek en onze huiskat wel? Laten we eens kijken naar dit voedingspatroon.

Een wilde kat heeft geen beschikking tot kant en klare brokken of blikvoer, maar eten rauwe vleesvoeding met bot ( prooi ). Deze hebben een heel lage maagzuurwaarde PH­1 zuur tot extreem zuur vergelijkbaar met zoutzuur, zoals het hoort te zijn bij roofdieren. In dit zuur worden schadelijke bacteriën direct gedood, ze kunnen niet overleven in dit zuur en de kat dus ook niet ziek maken. Door het eten van prooidieren heeft de kat ook een uitstekende darmflora.

Voorbeeld, mensen reageren vaak angstig bij het idee van rauwe kip voeren met het oog op salmonella bacterie. Maar juist door rauw eten heeft deze bacterie geen invloed op de kat. Anders is dit bij de brokjes etende huiskat

Deze brokken zijn 100% steriel en verzwakken zo ook nog eens het immuunsysteem. Door het eten van brokken schiet de maagzuurwaarde omhoog naar een waarde van PH­6 dit is waterig bijna neutraal.

Hierin kunnen ziektemakers wel overleven en de kat ziek maken.

Zelf heb ik meerdere katten, de “wilde” serval en hybride Savannah. Ik probeer ze zoveel mogelijk rauw voer te geven maar een deel van de Savannahs eten daarnaast toch ook graag ander voer en een enkeling eet helemaal geen rauw.. De Servals eten alleen rauw vlees en af en toe vis.

Het is duidelijk merkbaar dat de Servals een veel sterkere constante gezondheid hebben dan de Savannah. Iedere kat heeft wel eens iets onder de leden, ook wij mensen krijgen wel de griep ook al hebben we een griepvaccinatie gekregen, bij katten is dat niet anders,de Servals hebben nergens last van. De enige problemen die ik ooit bij de serval gehad heb is toen ze nog heel jong waren en alleen op kunstmelk leefden. Toen was er wel eens een aan de diarree. Zodra ze volledig aan het rauwvoer waren is er geen ooit ziek geweest. Ieder kitten wat hier geboren wordt , wordt nu afgespeent met rauw voer.

Titer test.

Een titerbepaling kan een alternatief zijn voor de jaarlijkse of 3 jaarlijkse vaccinatie van de kat. Een titerbepaling is een bloedtest waarmee kan worden aangetoond of de kat ( nog ) voldoende bescherming heeft tegen bepaalde ziekten.

Hier in Nederland wordt de titerbepaling meestal afgenomen door de dierenarts door middel van de VaccICheck.

Het is een klein onderzoek, 1 bloeddruppel is al voldoende.

zijn beslist niet ongevaarlijk, naast het virus zitten er meerdere bestanddelen in die zelfs kankerverwekkend kunnen zijn. In Amerika vaccineren veel dierenartsen in de staart. Waarom? Zodat ze de mogelijkheid hebben tot amputeren in geval van kanker op de plaats van vaccineren. Waarom zou je je kat ieder jaar opnieuw aan dit gevaar blootstellen.

Ik heb over het vaccineren met levend of dood virus ook contact gehad met Dr. Med.vet Christine Kaandorp­ Huber.

Ook zij geeft aan uitsluitend te werken met het dode virus bij de roofdieren en exoten vanwege het hogere risico van levend virus.

Dierenarts Dr.med.vet. Christine Kaandorp­Huber is sinds 2005 de dierenarts van GaiaZOO in Kerkrade, Zuid Limburg.

Ze heeft van haar hobby haar beroep gemaakt en zich op de behandeling van wilde dieren toegelegd. Christine Kaandorp werkt naast dierentuinen voor particuliere eigenaren van wilde / exotische dieren en parkdieren.

Gedurende 4 jaren was ze ook werkzaam als dierenarts van Dierenrijk te Mierlo.

Als haar man en dierenarts van het Safaripark Beekse Bergen (Drs. Sjaak Kaandorp) in het buitenland is neemt ze zijn werkzaamheden in het Safaripark over.

  • Dr.med.vet. Christine Kaandorp­Huber
  • Prof. Dondersstr. 29 5017 HG Tilburg
  • The Netherlands
  • Tel: 06­30630994
  • Fax: +31­13­5431250

Hieronder een samenvatting van het artikel van Catherine O’Driscoll.

Het Merck Manual maant tot voorzichtigheid. Dit handboek wordt uitgegeven door een gigantische producent van vaccins, genaamd Merck, en is de bijbel van de artsen.

Onder immunisatie bij kinderen verklaart Merck dat patiënten met B en/of T cel immunodeficiëntie, of afkomstig uit families met B en/of T cel immunodeficiëntie, geen levende virusvaccins mogen ontvangen in verband met fatale risico’s (dood). Merck beschrijft verschijnselen van B en T cel immunodeficiëntie zoals ademhalingsallergiën, voedselallergiën, eczeem, huidaandoeningen, neurologische beschadigingen en hartaandoeningen.

Is dit van toepassing op één van uw honden of katten?

Kinderen toevertrouwd aan de zorg van goede artsen en verpleegsters vragen hun ouders of één van de bovenomschreven aandoeningen in de familie aanwezig zijn, en zo ja, dan ziet men af van het toedienen van levende virusvaccins (wat wij onze honden/katten geven).U kunt zich dus niet afsluiten voor het feit dat u uw hond of kat (die ook B en T cellen hebben) kunt doden wanneer uw hond/kat of de lijn waaruit hij voortkomt aan één van bovengenoemde aandoeningen lijdt en u hem levende virusvaccins toedient of laat toedienen.

Het is daarom logisch om het risico van vaccinatie zoveel mogelijk te vermijden en niet meer te vaccineren dan strikt noodzakelijk is.

Vaccins zijn echter niet alleen dodelijk. Ik heb veel studies gevonden die vaccins in verband brengen met zeer uiteenlopende ziekten. Bindvliesontsteking: in 1983 werd onderzoek verricht door Frick en Brooks, waarbij twee groepen honden met aanleg voor huidontsteking. Eén groep honden werd blootgesteld aan een allergeen (stuifmeel) en toen gevaccineerd.

Zij kregen geen huidontsteking.De tweede groep werd gevaccineerd alvorens aan het stuifmeel te worden blootgesteld. Deze groep kreeg wel huidontsteking, en ook bindvliesontsteking.

Deze studie toont derhalve aan dat vaccins overgevoeligheid veroorzaken en tot een allergische aandoening leiden, waarvan bindvliesontsteking en huidontsteking symptomen zijn.

Dit verklaart hoe het komt dat het onderzoek naar vaccins, uitgevoerd door Canine Health Concern’s (CHC’s), waarbij meer dan vierduizend honden waren betrokken, wel moest uitwijzen dat 56,9% van alle honden in het onderzoek met bindvliesontsteking deze aandoening voor het eerst kregen binnen drie maanden na een vaccinatie, en 61,2% van de honden met huidproblemen kregen voor het eerst symptomen daarvan binnen dit cruciale tijdsbestek.

Wij gaan ervan uit dat wanneer het vaccin niet in verband kan worden gebracht met ziekten die na de vaccinatie optreden, dan moet slechts 25% van alle ziekten beginnen binnen elk kwartaal van het jaar.

Nota bene: in het algemeen traden de meeste aandoeningen op binnen een week na de vaccinatie.

Maagdarmproblemen: ik weet zeker dat u op de hoogte bent van de controverse rond gemodificeerd levend virusvaccin en de bewering van wetenschappers uit Groot­Brittannië en de Verenigde Staten dat het vaccin de veroorzaker is van het spastische darmsyndroom of de ziekte van Crohn.

Mijn eigen onderzoek toont aan dat ontstekingen van het maagdarmkanaal een bijverschijnsel van het vaccineren is, en niet van een specifiek vaccin, hoewel de praktijk van het vaccineren van meerdere virussen tegelijk daarmee verband kan houden. Uit ons onderzoek bleek dat 2,7% van alle bij het onderzoek betrokken honden dikkedarmontsteking had, die in 56,9% van de gevallen optrad binnen drie maanden na de vaccinatie.

In het Concise Oxford Veterinary Dictionary staat dat Type I overgevoeligheidsreacties worden veroorzaakt door een antigeen reagerend met weefsel masT cellen, met specifieke antistoffen op hun membranen. Hierdoor komen stoffen vrij die ontstekingen veroorzaken.

De verschijnselen van Type I overgevoeligheid variëren van soort tot soort, maar kunnen gepaard gaan met verstopping van de luchtwegen, diarree, overgeven, kwijlen, buikpijn en blauwzucht. (Het woord ‘ontsteking’ staat centraal in het debat over vaccins.)

In een verhandeling voorbereid door R Brooks van de Commonwealth Serum Laboratories Limited voor de Australian Veterinary Journal (oktober 1991), getiteld ‘Adverse reactions to canine en feline vaccins’, worden reacties van het systeem op vaccins omschreven.

Onder Type I overgevoeligheid blijkt uit de verhandeling dat aanvankelijke rusteloosheid, overgeven, diarree en kortademigheid tot de klinische verschijnselen bij honden behoren.

Brooks schrijft dat sommige gevallen tot bewusteloosheid en de dood leiden.

Als een vooraanstaand werk op het gebied van inflammatoire (allergische) reacties op de vaccinatie wordt het onderzoek beschouwd dat werd verricht door Dr Larry Glickman en Dr Harm HogenEsch van de Purdue University, hoewel er ruime keuze is in andere onderzoeksresultaten.

Hun verhandeling werd gepresenteerd op de International Veterinary Vaccines en Diagnostics Conference, in 1997.

Het team bestudeerde de effecten van regelmatige vaccinatie op het immuunsysteem en maagdarmsysteem van Beagles. Eén controlegroep werd niet gevaccineerd en de andere groep werd gevaccineerd met een commerciële cocktail op leeftijd van 8, 10, 12, 16 en 20 weken en met een rabiësvaccin op leeftijd van 16 weken.

De gevaccineerde groep ontwikkelde betekenisvolle niveaus van auto­antistoffen van fibronectine, laminime, DNA, albumine, Cytochrome C, transferrine, cardiolipine, en collageen. Dit duidt erop dat honden, wanneer zij gevaccineerd zijn, hun eigen biochemisch systeem beginnen aan te vallen: zij worden allergisch voor zichzelf.

Dr William R La Rosa van de Hayward Foundation, die sponsor was van het onderzoek, merkte op: “… de overweging moet zijn dat iets in het vaccin één van de oorzaken is (bij de genetisch gevoelige hond) van ziekten als hartstoornissen, huidaandoeningen, nierontsteking, etc.”

Eén conclusie van het CHC onderzoek was bijvoorbeeld dat 53,7% van de honden met nierbeschadigingen deze aandoening voor het eerst kregen binnen de drie maanden na vaccinatie.

Dat is nauwelijks verrassend wanneer men naar de studie van Purdue kijkt, want één van de biochemische stoffen die na de vaccinatie worden aangetast is laminine, en laminine beschermt de niercellen.

Ook blijkt uit een onderzoek van dierenarts Ilse Pedler dat auto­antistoffen op collageen een verklaring kunnen geven voor de toestand van de gewrichten van honden en katten. Bestanddelen van vaccins zijn ook gevonden in het beenderstelsel van patiënten met artritis, en andere studies tonen aan dat vaccins artritis veroorzaken.

Het is tevens verontrustend dat de studie van Purdue aantoont dat gevaccineerde honden auto­antistoffen op hun eigen DNA aanmaken, hetgeen erop wijst dat vaccins genetische schade veroorzaken, en we moeten ons afvragen wat voor zin het heeft om wetenschappelijk onderzoek te verrichten naar genetische aandoeningen van onze honden, wanneer we voortdurend bezig zijn met het introduceren van nieuw aandoeningen tengevolge van vaccins.

Veel gedragsproblemen konden na vaccinatie worden aangetoond door Ilse Pedler, maar ook in het CHC onderzoek kwam dit naar voren. In de CHC onderzoek ontwikkelden 73,1% van de honden met concentratieproblemen deze toestand voor het eerst tijdens de cruciale periode na de vaccinatie; 72,5% vertoonde kenmerken van nervositeit en overbezorgdheid en 64,9% begon gedragsproblemen te ontwikkelen.

Het is bekend dat hersenvliesontsteking het gevolg kan zijn van vaccinatie. In het Merck Manual leest men bijvoorbeeld: “Bij acute verspreide ontsteking van hersenen en ruggenmerg (postinfectueuze encephalitis) kan demyelinisatie spontaan optreden, maar is doorgaans het gevolg van een virale infectie of vaccinatie (of zeer zelden een bacterieel vaccin), hetgeen een immunologische oorzaak veronderstelt.” Dit duidt op een verband tussen encephalitis en gedragsproblemen, zowel bij mensen als bij dieren.

Het is interessant dat Ilse Pedler het in het onderzoek van haar praktijkgegevens ook heeft over pijn aan de wervels, omdat Merck verklaart dat encephalitis zich ook verspreidt naar het ruggenmerg

Ilse Pedler stelde tevens vast dat dieren na de vaccinatie epilepsie ontwikkelden. Dit komt inderdaad overeen met ons eigen onderzoek, waaruit bleek dat 73,1% van honden met epilepsie deze ziekte binnen drie maanden na de vaccinatie kregen. Merck omschrijft epilepsie als een symptoom van encephalitis.

Ik vraag mij af hoeveel dierenartsen eraan denken om het verschijnsel epilepsie na vaccinatie te melden aan de VMD.

Bij mensen is schadevergoeding betaald aan ouders wier kinderen epilepsie te hebben gekregen ten gevolge van vaccinatie, hetgeen verdrietig genoeg door autopsie moest worden bevestigd. Desondanks heeft Intervet op openbare bijeenkomsten en in de media beweerd dat epilepsie niet door vaccins kan worden ontwikkeld.

Daarentegen beschrijft Merck epilepsie als een symptoom van encephalitis, en vaccins als een oorzaak van encephalitis.

Ilse Pedler ontdekte ook een aantal bijverschijnselen van injecties bij honden, en zelfs nog meer bij katten, hetgeen wordt bevestigd door het hoge aantal gevallen van kanker op plaatsen waar katten worden geïnjecteerd: tienduizenden per jaar.

In een eerder verschenen nieuwsbrief van CHC hebben wij een gespreksverslag gepubliceerd van een presentatie van een Amerikaanse dierenarts op een BSAVA conferentie, waarin hij verklaarde dat Amerikaanse dierenartsen katten vaccineren in de staart of een poot, zodat ze het lichaamsdeel kunnen amputeren wanneer kanker optreedt.

81,1% van de honden met een tumor of groeistoornis op de plaats van inenting ontwikkelde deze aandoening binnen drie maanden na de vaccinatie, zo blijkt uit het CHC onderzoek. Ilse Pedler maakte ook melding van bewusteloosheid, en ernstige shock geldt als een bekende mogelijke reactie op vaccinatie. Een ernstige shock kan de dood tot gevolg hebben, tenzij onmiddellijk adrenaline wordt toegediend.

Dit zijn slechts enkele van de onderzoeken die vaccins in verband brengen met levensveranderende en levensbedreigende aandoeningen. Dr Jean Dodds, een Amerikaanse dierenarts en onderzoeker, heeft ook een aantal wetenschappelijke verhandelingen geschreven om de samenhang tussen gemodificeerd levend virusvaccin en een toename van immuunsysteem­ en bloedgerelateerde ziekten als kanker, leukemie, storingen in het immuunsysteem, bloedarmoede, schildklieraandoeningen en de ziekte van Addison te illustreren.

Eigen ervaring.

men heeft het in bovenstaande vooral over honden maar voor katten geldt het zelfde. In onze begin jaren als fokker hebben ook wij op advies van de dierenarts met levend virus gevaccineerd. Het betrof toen nog bengaal kittens.

Toen en nu zijn de meeste Bengalen van een generatie waar de F niet eens meer genoemd wordt.

Toch bleken ook deze katten heel veel last te hebben van entreacties. Bij ons was de meest voorkomende het Celine limping syndroom, enkele dagen na de vaccinatie kreeg het kitten pijn en ging mank lopen, gelukkig ging dit na een aantal dagen weer over. Ook heel vervelend kregen kittens dus inderdaad de reactie waar je ze juist tegen vaccineerde, niezen, ontstoken ogen en snotneuzen. Ook waren ze duidelijk de eerste dagen niet fit en lusteloos, soms met diarree.

Daar komt nog bij dat kittens meestal vrij snel na de vaccinatie verhuizen naar hun nieuwe eigenaar.

Dit geeft altijd enige mate van stres waardoor het virus opnieuw actief kan worden. Hetgeen dan ook vaker gebeurde.

Wij zijn toen al heel snel over gegaan naar dood virus. Er was een periode in 2014 dat het dood virus niet leverbaar was, uit nood tijdelijk bij de lagere generaties toch weer levend virus gebruikt met opnieuw de zelfde negatieve resultaten.

Bronvermelding:

Naturalanimalconsulting
Diergezondheidsadviseur
Catherine O’Driscoll uit het boek ” What Vets Don’t Tell You About Vaccines”